De dag van de mantelzorg
Berber van der Meer is consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen in Friesland. Ze begon als leerkracht aan de ziekenhuisschool en werkt inmiddels al jaren voor OZL noord. Op de dag van de mantelzorg deelt zij haar ervaring met mantelzorg.
Ik kijk naar het woord ‘mantelzorg’ en denk ‘wat een bijzonder woord’. Een mantel die wordt gedragen of om iemand heen wordt gelegd en zorg die wordt gegeven.
Je wordt niet als mantelzorger geboren: het overkomt je. In die zin is het ook anders dan ‘vrijwilliger’ zijn, want daar kies je voor. In mijn gezin is er altijd zorg geweest voor een familielid dat gehandicapt is. Als kind zag ik ouders die zorgden en zorg hadden. Die zorg was er altijd en overal. Ik kan me niet het moment herinneren waarop ik me besefte dat ik ooit ‘mantelzorger’ zou gaan worden, dat ik de titel zou gaan overerven. En misschien was ik het toen allang? Toen ouders er niet meer waren, ging de mantelzorg op andere schouders over. Naadloos bijna. Ineens was ik het aanspreekpunt, zat ik bij multidisciplinair overleg en kreeg ik verslagen te lezen. Gisteren kwam de vraag of ik ook toegang wilde hebben tot het digitale dossier. Mijn familielid zag dat niet zitten, maar als ik het perse zou willen? Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Mantelzorgen is prima, maar dit voelde als te dichtbij komen in privézaken. En er zijn al zo weinig dingen privé als je in een instelling woont, zorg nodig hebt en altijd met anderen moet overleggen. Ik heb ‘nee’ gezegd en zo de wens van mijn familielid gerespecteerd. Ik blijf de mantel dragen, de mantel om hem heen leggen. Maar uiteindelijk blijft hij leidend.